'Je leert steeds weer wat bij in dit werk'

Toen Wendy twee jaar geleden aan haar werkcoach liet weten dat ze graag iets in de schoonmaak wilde gaan doen, wist die wel een plekje: het Stadskantoor. Wendy: ‘Samen gingen we er kijken en ik vond het leuk. Het klikte meteen met mijn leidinggevende en de collega’s. Sindsdien ben ik hier niet meer weg te slaan.

Gediplomeerd
Al snel volgde Wendy de verplichte Basisopleiding Schoonmaken: ‘Je leert daar alle belangrijke kneepjes van het vak. oals hoe je toiletten snel én grondig schoonmaakt, hoe je moet wissen, dat soort dingen. En ik heb het gehaald, dus ik ben inmiddels gediplomeerd schoonmaker!’ Wendy begint om 7 uur ’s ochtends met een eerste ronde door het Stadskantoor, samen met haar leidinggevende Medina. ‘Dan haal ik onder andere de afwasbare mokken op en check of alle ruimtes op mijn etage netjes zijn.’ Om kwart voor 8 vertrekt ze naar het Stadhuis aan de Grote Markt, waar ze met haar collega Mike schoonmaakt tot een uur of 10. ‘Mike is mijn maatje, we zijn goed op elkaar ingewerkt. Op het Stadhuis doen we de WC’s, de bodekamer, randjes en richeltjes, en we checken de kamers om te zien of er nog wat moet gebeuren.’

Eerste en tweede huis
Het Stadhuis noemt Wendy haar “tweede huis”, het Stadskantoor is haar “eerste huis”. Om een uur of 10 is ze weer terug op het Stadskantoor om daar alle voorkomende schoonmaakklussen te doen. ‘Ik doe alles op mijn eigen tempo. Als ik klaar ben met mijn vaste taken vraag ik altijd of er nog iets extra’s gedaan moet worden. Bijvoorbeeld alle ruimtes nalopen om te zien of nog iets moet worden bijgevuld. Laat mij maar lekker lopen. Uiteindelijk ben ik rond 3 uur klaar en ga ik naar huis.’

Onder de mensen
Werk is heel belangrijk voor Wendy: ‘Ik kan niet thuiszitten, ik moet onder de mensen komen. En met de collega’s is het gewoon hartstikke leuk. We maken ook wel een lolletje tussendoor: dan zet ik zo’n Spaanse mop op mijn hoofd als een pruik. Dat is lachen, gieren, brullen.’ Ze heeft net twee weken vakantie gehad, maar dat is lang genoeg voor haar. ‘Ik ga ook niet weg, maar blijf in de buurt. Vaak grijp ik de vakantie aan om mijn eigen huis eens goed schoon te maken – daar kom ik anders niet zo gauw aan toe. En zo af en toe wip ik ook langs op het werk om even samen koffie te drinken.’

Kneepjes
Wendy wordt snel beter in haar vak: ‘Je leert steeds weer wat bij in dit werk. Alles wat je kunt leren, moet je pakken.’ Zo is haar laatst de hele routine van de vuile mokken bijgebracht: waar ze staan, wanneer ze moeten worden opgehaald, hoe ze behandeld moeten worden en waar ze uiteindelijk naartoe moeten. ‘Daar ben ik goed in hoor, ik leer snel de kneepjes van het vak. En als ik iets niet weet, kan ik het aan één van de leidinggevenden vragen. Op hen kan ik bouwen, ik kan alles met hen bespreken. Als er ergens iets ontbreekt of kapot is, geef ik het aan hen door. En zijn er problemen, dan komt er altijd wel een oplossing.